hongert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·gert

Werkwoord

vervoeging van
hongeren

hongert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hongeren
    • Jij hongert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hongeren
    • Hij hongert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hongeren
    • Hongert!