honderdnegentigjarigs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hon·derd·ne·gen·tig·ja·rigs
Bijvoeglijk naamwoord
honderdnegentigjarigs
- partitief van de stellende trap van honderdnegentigjarig
Gangbaarheid
- Het woord 'honderdnegentigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.