homogeniseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·mo·ge·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
homogeniseren

homogeniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van homogeniseren
    • Jij homogeniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van homogeniseren
    • Hij homogeniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van homogeniseren
    • Homogeniseert!