hoedt
Uiterlijk
- hoedt
vervoeging van |
---|
hoeden |
hoedt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich hoeden
- Jij hoedt je.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich hoeden
- Hij hoedt zich.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zich hoeden
- Hoedt je!
- Het woord hoedt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.