hoří

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /hɔr̝iː/
Woordafbreking
  • ho·ří

Zelfstandig naamwoord

hoří

  1. genitief meervoud van hoře

Werkwoord

hoří

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hořet
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hořet