hinnikt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hin·nikt

Werkwoord

vervoeging van
hinniken

hinnikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinniken
    • Jij hinnikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinniken
    • Hij hinnikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hinniken
    • Hinnikt!