Naar inhoud springen

herprogrammeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·pro·gram·meert

Werkwoord

vervoeging van
herprogrammeren

herprogrammeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herprogrammeren
    • Jij herprogrammeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herprogrammeren
    • Hij herprogrammeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herprogrammeren
    • Herprogrammeert! 

Gangbaarheid