herlaadt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·laadt

Werkwoord

vervoeging van
herladen

herlaadt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herladen
    • Jij herlaadt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herladen
    • Hij herlaadt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herladen
    • Herlaadt!