herkauwt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·kauwt

Werkwoord

vervoeging van
herkauwen

herkauwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkauwen
    • Jij herkauwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkauwen
    • Hij herkauwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herkauwen
    • Herkauwt!