herdoet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·doet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herdoen |
herdoet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herdoen
- Jij herdoet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herdoen
- Hij herdoet.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herdoen
- Herdoet!
Gangbaarheid
- Het woord herdoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.