hardsoldeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hard·sol·deert

Werkwoord

vervoeging van
hardsolderen

hardsoldeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardsolderen
    • Jij hardsoldeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardsolderen
    • Hij hardsoldeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hardsolderen
    • Hardsoldeert! 

Gangbaarheid