hadden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hadden (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈhɑ.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈhɑ.də(n)/
Woordafbreking
- had·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hebben |
hadden
- meervoud verleden tijd van hebben
- Wij hadden.
- Jullie hadden.
- Zij hadden.
- Wij hadden.
Gangbaarheid
- Het woord hadden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hadden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |