gsm't

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gsm't

Werkwoord

vervoeging van
gsm'en

gsm't

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gsm'en
    • Jij gsm't. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gsm'en
    • Hij gsm't. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gsm'en
    • Gsm't!