grosseerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grosseerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gros·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grosseren |
grosseerden
- meervoud verleden tijd van grosseren
- Wij grosseerden.
- Jullie grosseerden.
- Zij grosseerden.
- Wij grosseerden.