grootbrengt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grootbrengt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- groot·brengt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grootbrengen |
grootbrengt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grootbrengen
- ... dat jij grootbrengt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grootbrengen
- ... dat hij grootbrengt.