grondbrekers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grondbrekers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrɔndbrekərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- grond·bre·kers
Woordherkomst en -opbouw
- grondbreker zn met de uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de grondbrekers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grondbreker
- ▸ De landbouwkundige ingenieurs van het Genootschap tot Grondverbetering toonden me hoe zij met tractoren, grondbrekers en discusploegen de oppervlakte loswerken en daaronder rijke en vochtige grond vinden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'grondbrekers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ritchie CalderHannibal's olifantenbos is thans een moestuin in: De Volkskrant , jrg. 29 nr. 8047 (12 mei 1951), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 7 kol. 4