græsk-cypriotiske

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • græsk-·cy·prio·tis·ke

Bijvoeglijk naamwoord

græsk-cypriotiske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van græsk-cypriotisk

græsk-cypriotiske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van græsk-cypriotisk