glorieerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glorieerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glo·ri·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gloriëren |
glorieerde
- enkelvoud verleden tijd van gloriëren
- Ik glorieerde.
- Jij glorieerde.
- Hij, zij, het glorieerde.
- Ik glorieerde.