gipsten in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gips·ten in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ingipsen

gipsten (...) in

  1. meervoud verleden tijd van ingipsen
    • Wij gipsten in. 
    • Jullie gipsten in. 
    • Zij gipsten in. 

Gangbaarheid