geneses
Uiterlijk
- ge·ne·ses
de geneses mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord genese
- ▸ Een andere draad in Daanes boek, is de onwaarschijnlijke geschiedenis van de totstandkoming van Richard Minnes enige dichtbundel, In den zoeten inval, meteen goed voor een van de meest intrigerende geneses die de Vlaamse letterkunde rijk is.[1]
- ▸ En wanneer de werking van uitdaging-en-antwoord de anders onverklaarbare en onvoorzegbare geneses en groeiprocessen der beschavingen verklaart, dan verklaart zij zo ook hun inéénstorting en hun ontbinding.[2]
- ▸ Zonder ons te gaan verdiepen in de geneses die door Grimm, Wundt en Panzer zijn opgesteld, moeten we toch de wezenskenmerken van de onderscheiden vormen kennen.[3]
- Het woord 'geneses' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Stefan van den BosscheBibliotheek : Marco Daane in: Vlaanderen., 290 jrg. 51 nr. 2 (maart/april 2002), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt, p. 133
- ↑ Weblink bron Toynbee, Arnold J. (vert. Noodt, U. Huber)“Beschaving in het geding” (1949), Kroonder, Bussum, p. 14
- ↑ Weblink bron Gielen, Jos. J.“De Wandelende Jood : In volkskunde en letterkunde” (1931), De Spieghel, Amsterdam / Het Kompas, Mechelen, p. 132