generalistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ne·ra·lis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
generalistischers
- partitief van de vergrotende trap van generalistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'generalistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.