gemisst

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·misst
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Pennsylvania-Duitse werkwoord misse met het voorvoegsel ge-

Werkwoord

gemisst

  1. voltooid (verleden) deelwoord van misse [1]

Werkwoord

ich hab gemisst

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse [1]

du hoscht gemisst

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

er, sie, es hot gemisst

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

mir hen gemisst

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

dihr hett gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

dihr hen gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

dihr hend gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

ihr hen gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

ihr hett gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

nihr hen gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

sie hen gemisst

  1. derde persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van misse

Werkwoord

ich hett gemisst

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse [1] (onvoltooid verleden tijd)

du hettscht gemisst

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

er, sie, es hett gemisst

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

mir hedde gemisst

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

dihr hett gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

dihr hedde gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

dihr heddet gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

ihr hedde gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

ihr hett gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

nihr hedde gemisst

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

sie hen gemisst

  1. derde persoon meervoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm onvoltooid aspect van misse

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 1,2 Het voltooid deelwoord gemisst wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord hawwe.