gelukwensten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luk·wens·ten

Werkwoord

vervoeging van
gelukwensen

gelukwensten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van gelukwensen
    • ...dat wij gelukwensten. 
    • ...dat jullie gelukwensten. 
    • ...dat zij gelukwensten.