gelijkstel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gelijkstel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·lijk·stel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelijkstellen |
gelijkstel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkstellen
- ... dat ik gelijkstel.