gelijkstellen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·lijk·stel·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gelijk en stellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gelijkstellen |
stelde gelijk |
gelijkgesteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gelijkstellen
- zeggen dat iets gelijk is zonder dat het dat ook echt is
- Een aanraking gelijkstellen met een verkrachting gaat misschien wat ver.
- gelijke rechten toekennen
- Het homohuwelijk gelijkstellen aan een huwelijk tussen man en vrouw is voor het eerst gebeurd in Nederland.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. zeggen dat iets gelijk is zonder dat het dat ook echt is
Gangbaarheid
- Het woord gelijkstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.