geleidt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·leidt

Werkwoord

vervoeging van
geleiden

geleidt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geleiden
    • Jij geleidt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geleiden
    • Hij geleidt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van geleiden
    • Geleidt!