gelastten
Uiterlijk
- ge·last·ten
vervoeging van |
---|
gelasten |
gelastten
- meervoud verleden tijd van gelasten
- Wij gelastten.
- Jullie gelastten.
- Zij gelastten.
- Wij gelastten.
- Het woord gelastten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.