gelastten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·last·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelasten |
gelastten
- meervoud verleden tijd van gelasten
- Wij gelastten.
- Jullie gelastten.
- Zij gelastten.
- Wij gelastten.