gelasten
Uiterlijk
- ge·las·ten
- In de betekenis van ‘bevelen’ voor het eerst aangetroffen in 1704 [1]
- afgeleid van lasten met het voorvoegsel ge- [2]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| gelasten |
gelastte |
gelast |
| zwak -t | volledig | |
gelasten
- overgankelijk een dwingende opdracht geven
- De koning vaardigde een besluit uit, waarbij alle Joden gelast werd binnen vijf maanden het land te verlaten.
- Het woord gelasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelasten" herkend door:
| 94 % | van de Nederlanders; |
| 89 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "gelasten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gelasten op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Voorvoegsel ge- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %