geijkt

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ijkt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: ijken…
verbogen vorm: geijkte

geijkt

  1. voltooid deelwoord van ijken

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen