geelhouten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geelhouten (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɣelhɑutə(n)/
Woordafbreking
- geel·hou·ten
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | geelhouten |
Bijvoeglijk naamwoord
geelhouten
- gemaakt van geelhout
- ▸ In het midden stond een biljart en een rek met keu's. Voor alle ramen stonden kleine tafeltjes, waar omheen telkens vier geelhouten stoelen geplaatst[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'geelhouten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De zilveren scheepjes” (1948), De Arbeiderspers