gedoogt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·doogt

Werkwoord

vervoeging van
gedogen

gedoogt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedogen
    • Jij gedoogt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedogen
    • Hij gedoogt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gedogen
    • Gedoogt!