geënumereerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·enu·me·reerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van enumereren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | enumereren… |
verbogen vorm: | geënumereerde |
geënumereerd
- voltooid deelwoord van enumereren