Naar inhoud springen

gasteer

Uit WikiWoordenboek
  • gas·teer
vervoeging van
gasteren

gasteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gasteren
    • Ik gasteer. 
  2. gebiedende wijs van gasteren
    • Gasteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gasteren
    • Gasteer je?