garandeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: garandeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ga·ran·deert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
garanderen |
garandeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van garanderen
- Jij garandeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van garanderen
- Hij garandeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van garanderen
- Garandeert!