gannefjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·nef·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de gannefjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord gannef (Jiddisch-Hebreeuws)
    • En het zijn de gannefjes, die handig partij wisten te trekken van de omstandigheid, dat de berichten maar steeds niet door feiten werden gestaafd. [1]

Verwijzingen