galvaniseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gal·va·ni·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
galvaniseren |
galvaniseerde
- enkelvoud verleden tijd van galvaniseren
- Ik galvaniseerde.
- Jij galvaniseerde.
- Hij, zij, het galvaniseerde.
- Ik galvaniseerde.