galvaniseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gal·va·ni·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
galvaniseren

galvaniseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van galvaniseren
    • Ik galvaniseerde. 
    • Jij galvaniseerde. 
    • Hij, zij, het galvaniseerde.