gåtte

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • gåt·te
Naar frequentie > 50000

Bijvoeglijk naamwoord

gåtte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van gått

gåtte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van gått


Nynorsk

Woordafbreking
  • gåt·te

Bijvoeglijk naamwoord

gåtte, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van gått

gåtte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van gått