futurologischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fu·tu·ro·lo·gi·schers
Bijvoeglijk naamwoord
futurologischers
- partitief van de vergrotende trap van futurologisch
Gangbaarheid
- Het woord futurologischers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.