funshopt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fun·shopt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
funshoppen |
funshopt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van funshoppen
- Jij funshopt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van funshoppen
- Hij funshopt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van funshoppen
- Funshopt!
Gangbaarheid
- Het woord funshopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.