fundiera

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fundir

fundiera

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fundir (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fundir (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)