freeze
Uiterlijk
- freeze
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | freeze | freezes |
| verkleinwoord | - | - |
de freeze m
- een keer dat iemand helemaal stil valt en niet meer beweegt; stokstijf stilstaan
- het gedurende een korte tijd stilleggen van de handel in een aandeel dat te grote koersschommelingen in een te korte tijd doormaakt
- (dans) 'beweging' bij breakdancen
- computercrash
- Het woord freeze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Geluid: freeze (US) (hulp, bestand)
| vervoeging | |
|---|---|
| onbepaalde wijs | to freeze |
| he/she/it | freezes |
| verleden tijd | froze |
| voltooid deelwoord |
frozen |
| onvoltooid deelwoord |
freezing |
| gebiedende wijs | freeze |
freeze
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dans in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Werkwoord in het Engels