flotter
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Werkwoord
flotter
- drijven, dobberen
- (spreektaal) pijpenstelen regenen
- «Putain, ça fait une semaine qu’il flotte!»
- Verdomme, het giet nu al een week! [1]
- «Putain, ça fait une semaine qu’il flotte!»