flinke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flin·ke

Bijvoeglijk naamwoord

flinke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van flink


Afrikaans

Bijvoeglijk naamwoord

flinke

  1. attributieve vorm van flink


Deens

Woordafbreking
  • flin·ke
Naar frequentie 6492

Bijvoeglijk naamwoord

flinke, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van flink

flinke, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van flink


Noors

Woordafbreking
  • flin·ke
Naar frequentie 5553

Bijvoeglijk naamwoord

flinke, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van flink

flinke, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van flink


Nynorsk

Woordafbreking
  • flin·ke

Bijvoeglijk naamwoord

flinke, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van flink

flinke, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van flink