Naar inhoud springen

finhakka

Uit WikiWoordenboek
  • fin·hak·ka
  • Afkomstig van het Noorse werkwoord finhakke
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud finhakka
o enkelvoud finhakka
meervoud finhakka
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
finhakka

finhakka

  1. fijngehakt
    «Tilsett rikelig med finhakka basilikum og sett tomatsausen til side.»
    Voeg veel fijngehakte basilicum toe en zet de tomatensaus terzijde.

finhakka

  1. verleden tijd van finhakke
  2. voltooid deelwoord van finhakke