filterde weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fil·ter·de weg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegfilteren |
filterde weg
- enkelvoud verleden tijd van wegfilteren
- Ik filterde weg.
- Jij filterde weg.
- Hij, zij, het filterde weg.
- Ik filterde weg.
vervoeging van |
---|
wegfilteren |
filterde weg