filterde weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fil·ter·de weg

Werkwoord

vervoeging van
wegfilteren

filterde weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegfilteren
    • Ik filterde weg. 
    • Jij filterde weg. 
    • Hij, zij, het filterde weg.