Naar inhoud springen

filosofeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·lo·so·feert

Werkwoord

vervoeging van
filosoferen

filosofeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filosoferen
    • Jij filosofeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filosoferen
    • Hij filosofeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van filosoferen
    • Filosofeert!