fileert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·leert

Werkwoord

vervoeging van
fileren

fileert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fileren
    • Jij fileert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fileren
    • Hij fileert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fileren
    • Fileert!