fietskoeriers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietskoeriers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfitskurirs / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈfits.kuˌriːrs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.kuˌriːrs/
Woordafbreking
- fiets·koe·riers
Zelfstandig naamwoord
de fietskoeriers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskoerier