fattige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fat·ti·ge

Bijvoeglijk naamwoord

fattige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van fattig


Noors

Woordafbreking
  • fat·ti·ge
Naar frequentie 3999

Bijvoeglijk naamwoord

fattige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fattig

fattige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fattig


Nynorsk

Woordafbreking
  • fat·ti·ge

Bijvoeglijk naamwoord

fattige, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fattig

fattige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fattig