familiariserende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·mi·li·a·ri·se·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | familiariseren |
familiariserende
- verbogen vorm van familiariserend, het onvoltooid deelwoord van familiariseren
vervoeging van: | familiariseren |
verbogen vorm: | familiariserendee |
familiariserende